Gepubliceerd op

Werkvormen voor co-creatie met de jonge doelgroep

Aanvullende informatie bij de DOK publicatie Ontdekken zonder te verdwalen.

In de publicatie vertellen we over de totstandkoming van de themaroutes in de bibliotheek in Delft. Een belangrijk deel van het proces was de co-creatie met de doelgroep. In de publicatie beschrijven we hoe we dat hebben aangepakt. Op deze webpagina noemen we een aantal werkvormen die we hebben gebruikt.

1. Dagboek

Goed als huiswerk, of tussentijdse opdracht, fijn langzaam het onderwerp eigen maken. Geef een duidelijk observatie-doel dat je makkelijk bij kunt houden. Kan over de onderzoeker zelf gaan, maar mag ook over anderen.

(Wat lees je op een dag? Hoeveel tijd doe je … in een week? Hoe lang zijn kinderen in de bieb? )

Analyseer de dagboeken samen in een sessie, waar komen jullie achter?

2. Inspiratiemateriaal

Materialen die te maken hebben met de taak die gedaan moet worden. Voorbeelden uit vergelijkbare situaties, maar juist ook van onverwachte plekken. Musea, kunst, mode, trends, breed zoeken!

De materialen gebruik je voor het starten van de sessie, maar is ook fijn om steeds naar te kunnen verwijzen tijdens de andere werkvormen. Je kunt kinderen er zelf doorheen laten kijken, maar samen praten werkt vaak beter: wat valt op, wat bevalt jullie, wat niet, etc.

3. Moodboard

Maak een verzameling van teksten en beelden. Breed in te zetten.

  • In conceptfase: vergelijkbare of juist andere ideeën of associaties.
  • In de ontwerp fase een verzameling vormen, kleuren en sferen.

Fijne, makkelijke werkvorm! Fijn als manier om in gesprek te zijn: veel ongearticuleerde ideeën komen wel naar voren in een moodboard.

4. Context mapping

Begin met een heldere vraag: hoe kan dat er in de ruimte uitzien?

Maak een plattegrond van de plek, en maak er samen meubels, objecten en andere dingen in, zodat het doel in die ruimte bereikt wordt. Overleg over de keuzes die je samen maakt. Brainstormen, visualiseren en ontwerpen tegelijk.

De plattegrond is ook een praat-instrument: terwijl je samen werkt, leer je veel over het denken.

5. Storytelling

Begin met een heldere vraag: hoe zou het in het echt kunnen gaan?

Met poppetjes verhalen spelen, en zo ontwerp keuzes uitproberen. Past heel goed bij de context mapping. Doel is te begrijpen hoe iets in het echt is: wat het echte probleem is, wat een goede oplossing is.

6. Andersom denken

Doel: losmaken, lachen, inzichten opdoen. Bedenk samen hoe het probleem op het allerslechtst kan worden opgelost.

De bieb is voortaan gewoon altijd gesloten voor kinderen! Inzicht: veel kinderen ervaren dat ze overlast geven aan de anderen bezoekers.

7. Product, proces, doel

Leg uit dat een ontwerp uit meerdere dingen bestaat:

  • het ding (product; wat is het)
  • gebruiksproces (hoe het bij jou komt, en hoe het werkt)
  • doel (wat het veroorzaakt)

Bijvoorbeeld:

  • het ding: een mobiele telefoon met een app
  • gebruiksproces: hoe werkt de app
  • doel: via de app contact met je vrienden

Helpt in het doordenken op- en combineren van ideeën.

8. Hetzelfde-maar anders

Kies een metafoor die past bij het onderwerp of de oplossing. De metafoor maakt de brug tussen wat de kinderen weten en wat nieuw is. Sluit dus aan bij bestaande kennis en ervaring.

In DOK hebben we gewerkt met de supermarkt als metafoor, en vanuit dat gezichtspunt nagedacht over aanbieden van de collectie in een bibliotheek.

9. Rollenspel

Speel situaties zelf na. Verdeel de rollen en omschrijf ze samen. Speel een situatie na en bespreek hoe het was voor de deelnemers, vanuit hun rol.

  • Fijn om een onderwerp/vraagstuk te begrijpen, waar zit het probleem?
  • Fijn om een oplossing te testen. Werkt het idee?

10. Crazy eights

Begin met een heldere vraag: hoe kunnen we …

Iedereen krijgt een A3 vel, gevouwen in acht vakjes. In ieder vakje schrijf of teken je één idee, stil voor jezelf. Voor ieder vakje krijg je één minuut. Na acht keer bespreek je samen de uitkomsten en stemt iedereen. Dan doe je nog een rondje (doorbouwen mag!) en stem je weer. Zorg dat je de werkvorm met humor introduceert: gekke ideeën welkom! Legen vakjes geen probleem!

Let op: Soms blokkeren kinderen hiervan, het is best spannend. Geschikt vanaf groep 8. Je kunt ook met minder vakjes werken (4) en langer tijd geven (2 min.)