Gepubliceerd op

Uitgeteld

In de RAI waren veel mensen bijeen om de stemmen van de eerste twee dagen en de poststemmen te tellen. Ik was er ook. Van 8:00 tot 21:30 vierden we de democratie. Zo voelde het.

We sorteerden, telden en controleerden. En we waren ons er zeer bewust van dat ieder heel groot vel door iemand was ingeleverd. Iemand die al dan niet zorgvuldig haar of zijn keuze maakte. En dat verplicht. We waren mild: ‘Als we zien wat er bedoeld wordt, tellen we de stem.’ Ik liep kilometers in een vak van 10 bij 10 meter en verplaatste honderden stembiljetten.

We zagen discipline bij de VVD: bijna alles op Rutte. We zagen dat Omtzigt indruk had gemaakt. We zagen twijfel of juist liefde bij GroenLinks: de voorkeursstemmen gingen door de hele lijst. We zagen Wilders, we zagen Kaag. Stemmen tellen maakt optimistisch. De democratie leeft. Mensen zijn betrokken. Het was een feest.

De uitslag

Maar de uitslag maakt me verdrietig. Met Kaag zijn we blij, uiteraard. Ik hoop en wil dat ze premier wordt. Maar stemmen op partijen die alleen maar tegen zijn, of lui, ijdel en cynisch, of blind voor gewone mensen, dat raakt me.

De vele stemmen op kamp rechts voelen liefdeloos. Tegelijk snap ik het ergens wel. Misschien zit het hem in de communicatie.

Links: de oplossing ben je zelf

Links spreekt ons allemaal streng toe. Het moet minder, wij moeten minder. Minder vliegen, minder stoken, minder dieren eten, minder kinderen maken. Want alleen als we lijden, zal het in de toekomst enigszins meevallen.

Voor onszelf wordt het slechter, maar dat is goed.

Rechts: de oplossing is iemand anders

Rechts zoekt het buiten onszelf; ze zoeken iemand anders die weg moet, die beperkt moet. Iemand anders die jouw geld pakt, jouw vrijheid, jouw baan, jouw cultuur. Die moet weg zodat jij -terecht- tot bloei kunt komen. Iemand die je toch niet kent, dus het geeft niet. Hun lijden is onzichtbaar en dus onbelangrijk.

Voor onszelf wordt het beter, en dat hebben we verdiend.

Links maakt onszelf schuldig, rechts maakt anderen schuldig. En dat laatste is gewoon makkelijker om mee om te gaan.

Empathie

Maar: er zijn ook lichtpuntjes. In de drukke steden wordt over het algemeen socialer en linkser gestemd. De rustiger steden en het platteland zijn vaak meer conservatief. Voorzichtige conclusie: als mensen dichter op elkaar zitten, worden ze socialer.

De NOS zet dat duidelijk op een rij:

Hoe komt dat? Ik moest denken aan het boek Empathie van Roman Krznaric. Hij geeft ons een heldere opsomming. Waarom lukt het ons niet altijd een empathische houding te hebben?

  • Afstand: voor mensen die we niet kennen, die ver weg wonen en een leven leiden dat anders is dan het onze is het moeilijker empathische gevoelens te ontwikkelen dan voor mensen die meer op ons lijken. Afstand maakt ons minder moreel begaan met anderen. Nabijheid maakt ons dus meer begaan.
  • Ontkenning: we zijn geneigd onze ogen te sluiten voor wreedheden en lijden van anderen. Het is te abnormaal, te verontrustend, te bedreigend. Te moeilijk om over na te denken. Het leed van de slachtoffers van de toeslagen affaire is gewoon te groot. En het leed van stelselmatig gediscrimineerd worden ook. 
  • Vooringenomenheid: we maken snel beslissingen over wie we voor ons hebben op basis van eenvoudige modellen (schoonmaker = laagopgeleid), wat ons helpt in ons dagelijks functioneren, maar het zorgt er tegelijkertijd voor dat we vaak in stereotypes denken, in plaats van over echte mensen. 
  • Gezag: veel mensen houden ervan als iemand met gezag vertelt hoe het zit of wat er moet gebeuren. In die gehoorzaamheid verliezen we soms het vermogen empathisch te handelen. We moeten nog even afwachten of dat landelijk ook zo is; maar bij onze telling zagen we dat rechts (en D66) meer op de lijsttrekker stemt, en dat er bij links meer door de hele lijst heen wordt gestemd (voorkeurstemmen).

Over vier jaar

Ik ben links. En dus verdrietig. De lessen: 

  • Links, laten we opnieuw naar de boodschap kijken. Mogen we wat minder schuldig zijn? Kunnen we het anders vertellen, liefdevoller?
  • En aan ons allemaal: kunnen we zorgen dat we dichter bij elkaar zijn? Want als we elkaar kennen, hoeven we niet zo boos over elkaar te denken.

Je kunnen inleven in een ander en daarnaar handelen en zelf open zijn naar anderen maakt dat we als groep kunnen functioneren. Het is een middel om samen te kunnen leven, leren en werken en het vormt een voorwaarde voor geluk en groei.

Krznaric: ’Dat komt niet alleen onze relaties en creativiteit ten goede, maar leidt ook tot fundamentele maatschappelijke en politieke verbeteringen.’

Dat is goed voor links, maar vooral goed voor ons allemaal. Veel jonge mensen weten het al: hun stemgedrag stemt hoopvol voor de toekomst. En de opkomst onder jongeren ook. (82%!)

Gelukkig maar. 

En om half 10 gingen we weer naar huis.