Soms ben ik wel eens bang dat jonge ontwerpers in een parallelle wereld worden opgeleid. Dat ze over de allergrootste onderwerpen leren nadenken en voor hun afstuderen de allergrootste luchtkastelen visualiseren. Groot, groter, grootst! De toekomst!
Maar dat ze -als ze eenmaal gaan werken- niet in de echte wereld passen. De wereld waarin het nu belangrijk is. Waar werk in opdracht is en tijd begrensd. De wereld waar de ontwerpen geen kunst is, maar een dienend beroep.
Woede
Deze week gaf ik -samen met Vasilis van Germert, mijn podcast-partner– les bij de Faculteit Digitale Media en Creatieve Innovatie van de HvA. (Hoera!) We hadden studenten van ICT, Bestuurskunde, Product Design en -de meeste studenten- Communicatie en Multimedia Design. CMD is een echte beroepsopleiding: aandacht gaat uit naar het ambacht van de ontwerper; de studenten leren het vak. De opleiding is breed en heel toegepast: werken met je doelgroep, visueel ontwerp, interactie design, coderen en bouwen, design research en meer. Ik geef er al jaren af en toe les en heb regelmatig studenten als collega’s aangenomen.
We werkten met 3e jaars studenten vanuit woede, met een methode die ik heb bedacht voor mijn eigen werk. Wat maakt je boos, hoe kun je van die woede energie maken en hoe los je het probleem op dat je zo boos maakt?
Woede is mijn lievelingsenergie; persoonlijk vuur brandt altijd het hardst. (Vrijwel alles wat ik doe ontstaat uit woede.)
Ontroering
De studenten was nog niet eerder gevraagd zo persoonlijk te worden. Voorheen waren ze vooral bezig met hun vakman/vrouw-schap. De meesten gaven aan niet zo boos te zijn. Na de eerste fase waarin ze wat gêne moesten overwinnen (boos zijn hoort niet!), bleken ze geweldig. In de eindpresentatie moest ik regelmatig slikken. De urgentie was enorm; het persoonlijke een sterke motor. De oplossingen waren groots en concreet tegelijk.
Als dit een blik in de toekomst is, ben ik gerustgesteld. Dan komt er een eind aan ongelijkheid, aan arbeidsmarktdiscriminatie, aan rasisme, aan schaamte, aan eenzaamheid, aan vervuiling op straat en aan het woningtekort.
Kleine oplossingen voor grote problemen
De studenten die ik deze week mocht begeleiden zijn vakmensen: hun gereedschapskist zit barstensvol. Ze kunnen niet alleen goed over concepten denken, ze kunnen ook presenteren, schrijven, ontwerpen en bouwen. En juist dat ze op die manier worden opgeleid maakt ze zo goed: een idee bedenken en dat goed presenteren is niet zo moeilijk. Maar het heel concreet en haalbaar oplossen is een vak.
Ontwerpen is een dienend vak. Maar niet per se of alleen dienend aan een opdrachtgever. Het is veel groter. Ontwerpers zijn dienend aan het verbeteren van de wereld. Door zowel groot te denken als door stap voor stap te werk te gaan.
Want je kunt groot dromen maar geen begin zien, en door klein handelen het begin maken. En deze studenten zijn -doordat ze veel kunnen- vrij; er is immers altijd een eerste stap die je kunt zetten.
Deze studenten bouwen geen luchtkastelen, ze veranderen de wereld.
En dat begint al als ze volgend jaar gaan afstuderen op het onderwerp dat ze zo woedend maakt.
Ik ga een bumpersticker bestellen voor op mijn fiets: Ik ❤️ CMD.