Gepubliceerd op

Kareltje

Mijn moeder was voor het eerst sinds lange tijd weer op bezoek. Ze is gevaccineerd en kon weer komen. Ik was jarig en het was heerlijk haar weer in mijn armen te sluiten.

Naast een mooi boek drukte ze me een zakje in mijn handen. ‘Kijk er maar eerst naar.’

Het was een oud doosje. Met moeite kreeg ik het uit het zakje. De leren bovenkant zat los. Aan de voorkant een knopje waarmee het open kon.

Manchetknopen. Van munten met Wilhelmina erop. Ze zijn oud, het is geschiedenis. Ik voel wat er komen gaat.

26 Juli 1944

Mijn vader wordt 38! Van Kareltje krijgt hij deze manchetknopen, die moeder had laten maken bij Van der Klej in Boskoop van dubbeltjes en kwartjes met de afbeelding van koningin Wilhelmina. Misschien een verzetsdaad? Enfin, ik herinner me het nog, ik was 5 en Kareltje was 1,5 jaar. De winter moest nog komen, een zwarte tijd.

Mijn opa was een kleine vierkante man. Met een dikke bos haar en vuurrode wangen. Een vrolijke man, lief. Ik ken hem als oud, maar ineens zag ik voor me hoe hij jong was. Hoofd van een fijn gezin, een gezellige familie. En nu dus jarig, en zelfs in de oorlog kon je dat vieren. Met wat klein verzet.

Dag Kareltje

De winter die kwam was een slechte. Het was koud en het eten was op. Samen met de broer van mijn moeder ging oma op hongertocht: ze gingen eten zoeken bij de boeren in het oosten. (Ze kwamen lopend tot Dedemsvaart.) En het allerergste gebeurde: kleine Kareltje van 1,5 overleed tijdens haar afwezigheid.

Toen mijn oma terugkwam geloofde ze het niet. Ze moesten het kistje opgraven.

Oorlog is voor altijd

Mijn beide ouders hebben de oorlog meegemaakt. Als kleine kinderen zagen ze van alles maar snapten niets. Geheimzinnige bezoekers waar ze niets over mochten zeggen, vaders die maandenlang afwezig waren. Honger, angst. De herinnering heeft ze getekend. Regelmatig kwam het ter sprake en steeds meer werd me duidelijk dat oorlog voor altijd is. Dat je -zelfs na je 80ste- de pijn en angst nog steeds even diep voelt.

Welkom

Soms lees ik in de krant over statushouders die niet welkom zijn. Statushouders die -net als mijn ouders- oorlogen hebben meegemaakt. Kinderen die dat -net als mijn ouders- nooit meer zullen vergeten. Laten we barmhartig zijn. Laten we mensen helpen die het vertrouwen verloren zijn, en samen blijven strijden tegen oorlog.

Want oorlog is voor altijd, maar liefde hopelijk ook.