Gepubliceerd op

Wie je bent vs/en/is wat je doet

Ik spreek deze week Miriam Rasch. Zij is een denker die ik zeer bewonder. Haar analyses zijn helder en streng en tegelijk vol humor en optimisme. Ik ga haar spreken in het kader van mijn onderzoek naar hoe we ethiek praktisch maken en deel mijn voorbereiding.

📚 Boeken van Rasch die ik gebruik in mijn onderzoek:

In deze boeken heeft ze het over frictie (de mens is niet te automatiseren), de schoonheid van ruis (ruis is ruimte) en de vormen die autonomie kan hebben (zowel klein als groot). In mijn onderzoek zoek ik naar hoe zich dat vertaalt naar het hoe in de praktijk van de ontwerper.

Wat hieraan vooraf ging:

Ik besloot twee jaar geleden te onderzoeken waarom leuke slimme mensen toch vaak destructief werk maken. Hoe zit het met de ethiek in het vak van de ontwerper? Observaties in het kort:

  • Ethiek is belangrijk. Ja, echt.
  • Maar: het goede is ingewikkeld. Ethiek snapt niemand en het concreet toe kunnen passen is eigenlijk onmogelijk. Het is naïf dat te denken. Het systeem weet je.
  • En: ethiek is duur. Je moet je money en fame opgeven, vegan worden en je zult nooit meer geld verdienen.

👉 In mijn tussenstand lees je meer.

Wat is het goede? De experts

Ethiek in ons vak is dus voor de experts. En veel experts hebben er van alles over gezegd. Even kort:

Er zijn dus regels. Maar het volgen van die regels is best lastig. Vooral als je niet de luxe hebt nee te zeggen tegen een stomme opdracht. En wat als je het persoonlijk niet eens met met hun regels? Regels met iets meer ruimte zijn er ook:

  • Cennydd Bowles: als we de grote denkers maar blijven toepassen en als team samenwerken om bias te voorkomen, komt het goed.
  • Astrid Poot (‘expert’ hahaha): gewoon twee vragen beantwoorden. Brengt je werk schade toe? (Bij ja stoppen) En Helpt het? (Bij nee stoppen)

Maar: blijft dat het lastig voelt de regels toe te passen. Ethisch denken lijkt een specialisme, geen algemene vaardigheid. Die blokkade die mensen voelen bij ethiek was hardnekkig.

👉 In Er is geen antwoord lees je meer.

Wat is het goede? De mensen

Ik besloot het niet langer over ethiek te hebben, maar over Het Goede. En toen hadden veel mensen wel degelijk van alles te zeggen. Dan ging het ineens over mens-zijn, opvoeding, en wat je wilt nalaten.

Ik sprak (irl, digitaal of per mail) al bijna 50 mensen en stelde ze allemaal 10 vragen.

  • In de antwoorden zijn veel overeenkomsten: goed voor de ander zorgen is goed, eerlijk zijn is goed. Een ander pijn doen is niet goed.
  • Maar er zijn ook veel verschillen: voor wie moet je dan allemaal zorgen? En is het voldoende te doen wat makkelijk is? Mag je lui zijn? Of is er een heilige plicht? Moet je jezelf overstijgen of mag je klein zijn?

Er is dus geen universeel antwoord op wat Het Goede is. En dat is natuurlijk het antwoord!

Dus:

Zo blij met de conclusie, dat ik die als printje bij me heb 🙂

En ineens dacht ik een link te zien met het werk van Rasch.

Simone de Beauvoir, geciteerd door Rasch in haar boek Frictie: Niet weten wat je moet doen is precies de bron waaruit de moraal ontspringt, een definitief antwoord zou die bron laten opdrogen. Dat het voor iedereen anders is, is dus een geweldige kans.

👉 In Er is geen antwoord lees je meer.

Wie je bent vs/en/is wat je doet – over autonomie

David Greaber heeft de term bullshitjobs bedacht. (📺 Kijk deze Tegenlicht uitzending.) Bullshitjobs zijn banen waarin werknemers zinloosheid ervaren. Ze zijn schadelijk voor mensen (niemand wordt gelukkig van zinloosheid), maar ook voor de maatschappij.

Karl Marx (woe haal je nu echt Marx aan?! Ja echt!) had het over Gattungswesen (de essentie van mens zijn): The possibility that one may give up ownership of one’s own labour  – one’s capacity to transform the world – is tantamount to being alienated from one’s own nature and it is a spiritual loss.

  • Als jouw werk tegengesteld is aan wie je bent, raak je opgebrand.
  • Als jouw werk niet overeenkomt met wie je bent maar er ook niet mee in conflict is, raak je onverschillig. Je bent slechts een radartje in de machine.
  • Als jouw werk past bij wie je bent krijg je energie. Je ervaart autonomie.

Het gaat dus over hoe jij je verhoudt tot je werk. En alleen als goed past zul je gelukkig zijn. En daar zit precies de pijn bij ontwerpers die graag het goede willen doen maar zich daartoe niet in staat voelen. Het past niet.

Hoe zit dat?

In werk waarderen we vooral opleiding en ervaring. Die zijn toepasbaar in de professionele context. Expliciete kennis. Aantoonbare ervaring. Wie je bent is maar tot op zekere hoogte belangrijk als in ben je een leuke collega? Meer persoonlijk wordt vaak als niet professioneel gezien. Met welke waarden je bent opgegroeid is jouw privé aangelegenheid.

Maar wat in veel gesprekken die ik voer naar boven komt, is de behoefte het persoonlijke een grotere rol te geven. Als het over goed gaat, gaat het over jouw gevoel, jouw intuïtie, wie jij bent en wat belangrijk voor je is.

Veel ontwerpers zijn ontwerpers geworden omdat ze iets aan de wereld willen verbeteren. Hun waarom heeft vaak een persoonlijke oorsprong: eigen ervaring is belangrijk.

Pas als dat persoonlijke ook een plek heeft ontstaat een gevoel van autonomie in de ontwerper. Dan ontstaat het ownership waar Marx het over heeft.

Deze impliciete kennis is net als expliciete kennis van grote waarde, zeker in een creatief beroep.

Als we meer als mensen werken, worden onze oplossingen menselijker. Als we het goede blijven bevragen en het nooit afvinken, om weer terug te komen bij mijn briefje. Creëren we dan ruimte voor die prachtige ruis die Miriam Rasch noemt?

Mijn vragen

Misschien probeer ik dingen in relatie te zien die niet echt een relatie hebben. Ik zie graag overal verbanden en pas kennis soms onorthodox toe. Maar misschien snap ik er gewoon niets van.

  • Zijn persoonlijke waarden belangrijk voor een gevoel van autonomie? En wat doen we met verschillen tussen teamleden, de ruimte tussen opdracht en team? Hebben we tools nodig om dit soort kennis te vergaren? Wat levert dat op?
  • Is dat wat er ontstaat als mensen op deze manier werken de mooie ruis waar Rasch het over heeft? De ruimte voor het menselijke? En zien we dan in de oplossingen die ze bedenken het goede te voorschijn komen?
  • Kan een groter gevoel van autonomie ontstaan, zelfs als de ontwerper niet heel machtig is? Zijn kleine stappen door een meer bewuste houding al een illustratie van groeiende autonomie?

Heb je iets toe te voegen of te vragen of te klagen? Graag. Wordt vervolgd!