Een subjectief verslag van een objectief socratisch gesprek.
Onlangs mocht ik bij een socratisch gesprek over verantwoord schermgebruik aanschuiven. In dit stuk probeer ik 3 uur praten door 8 mensen samen te vatten in een heldere conclusie waar iedereen wat mee kan.
We zaten 3 uur bij elkaar en praatten non stop. Snel rekenend kom ik dan uit op bijna 25.000 woorden die uitgesproken zijn, een kleine novelle. En het spannende van een socratisch gesprek is dat het verkennend is; er zijn geen meningen en conclusies, er zijn alleen veel vragen en observaties. En dan is 25.000 woorden best veel: bijna 2 uur lezen.
Ik ben ontwerper en dat maakt me soms tot een ongeduldig mens. Ik ben dol op verkennend praten, maar wil op een gegeven moment naar oplossingen. Dat de inzichten tot iets leiden. Naar deelbare producten waar je iets mee kunt. Daarom maak ik geen objectief verslag van de bijeenkomst, maar een samenvatting in een denkkaart.
We spraken over het effect van schermen op onszelf en op onze omgeving.
Schermgebruik en het ik
De vrije wil
Verantwoord schermgebruik heeft te maken met de vrije wil. Schermgebruik is verantwoord als de intentie overeenkomt met je gedrag. Dat je doet wat je wil en van plan was.
Schermgebruik hoeft niet intelligent of productief te zijn: schermhangen is prima. Maar het wordt onprettig als je er in gezogen wordt.
Vraag je af: waar zit je (op welk moment) in de matrix? Heeft het zin om regels voor jezelf te maken?
Aandacht
Schermgebruik is verantwoord als je aandacht blijft waar je hem wil hebben. Juist in de digitale wereld raken mensen snel afgeleid. Een deelnemer maakte een mooi onderscheid tussen verschillende soorten afleiding:
- Een groot verhaal: een onderwerp dat, of bezigheid die belangrijk voor je is. Je kind in nood, een groot evenement op je werk.
- Strategisch: een vraag die je krijgt, of een vraag die je zelf wilt stellen. Zodat anderen verder kunnen met wat ze doen.
- Gewoonte: zonder na te denken, vullen van de leegte.
Vooral die laatste is moeilijk voor de vrije wil: juist daar wordt door de social media ontwikkelaars op ontworpen. En hoe meer het maatwerk is, hoe lekkerder het binnenkomt. Zie die gewoontes maar eens kwijt te raken!
Vraag je af: is wat lekker voelt ook waardevol? En wat is de rol van de ontwikkelaars in het ontwerpen van jouw afleiding?
Schermgebruik en de ander
De code van de gezamenlijkheid
Schermgebruik is alleen verantwoord als de code van de gezamenlijkheid niet doorbroken wordt. We zijn het erover eens dat het echte samenzijn altijd belangrijker is dan het digitale samenzijn. Schermgebruik in gezelschap is daarmee vaak best verstorend. De ongenode digitale gast krijgt vaak zomaar de aandacht.
De ‘daders’ voelen zich schuldig, ze onttrekken zich aan de ontmoeting door de digitale tunnel in te stappen. Ze zijn bang voor het commentaar dat hen te wachten staat. Dat overigens vaak onterecht voelt, want ze keken echt maar heel kort!
Vraag je af: kan de dader er iets aan doen?
De achterblijvers voelen zich buitengesloten en afgewezen. Het apparaat is aantrekkelijker en kan er altijd tussen door. Wat is dat voor boodschap?
Een groot deel van die negatieve gevoelens komen door dat de achterblijver niet kan zien wat de dader doet. Checkt hij even snel of de oppas ok is? Of stapt de dader over in een interessantere ontmoeting?
De krant
Als we de krant lezen wordt het helder. De papieren krant is makkelijk. Je ziet wat de ander doet. De digitale krant is lastiger:
Vraag je af: vertrouw je de ander? Helpt het als je als ‘dader’ vertelt wat je doet? (Even zien hoe laat de trein gaat…)
Samen kijken is sociaal
Ik besprak het thuis nog even.
Het oordeel van de pubers: het is inderdaad vervelend als iemand zijn telefoon zomaar pakt als je zit te praten. Maar dat geldt vooral voor de volwassenen, want de volwassenen stappen uit het samenzijn over naar werk of iets anders.
Jongeren onderling hebben niet zo’n last. Vaak kijken ze samen naar dingen, of zitten ze met elkaar te appen. Ze zijn dan samen in dezelfde digitale wereld. Dan is schermgebruik heel gezellig en sociaal.
Het gaat niet om waar je bent, maar om de intentie
Jurre Kuilder kwam met nog zo’n voorbeeld: VRchat. VRchat is een app waarmee mensen samen in de virtuele wereld rondlopen en communiceren
Business insider: Users claim to have found a community unparalleled by real life there, and a surprisingly large group of people have come out saying that VRChat has saved their lives, as they battle with mental health issues like loneliness, anxiety, and depression.
In VRchat bestaat een wereld waar mensen samenkomen om sign language met elkaar te praten en te leren. Een waardevolle gemeenschap, waar mensen die zich anders buitengesloten voelen samenzijn.
Hier werkt de code van gezamenlijkheid natuurlijk hetzelfde: als je er bent, moet je je niet zomaar laten storen. Maar met wel of niet digitaal heeft het niets te maken; maar om het samenzijn en de intentie.
De uitdaging: onmacht
Wat vooral is blijven hangen is de onmacht die iedereen blijkt te voelen. Onder alle overtuigingen door (‘Ik zie dat mijn kinderen schermen heel positief inzetten.’ ‘De krant lezen is op een scherm eigenlijk hetzelfde als op papier.’) blijft een ondertoon van ongemak aanwezig. Ons schermgebruik is niet altijd vrijwillig en ook sociaal bepaald niet altijd wenselijk. We stribbelen weliswaar tegen, we leren er mee omgaan, maar winnen doen we tot nu toe niet.
Ik zag een mooie tweet eerder deze week:
Ik denk dat Jelle gelijk heeft. We moeten niet langer als consumenten tegengas geven, we moeten van het bedrijfsleven eisen het beter te doen. Bedrijven mogen veel kritischer zijn op hun eigen handelen. Voor ons welzijn. En wellicht ten koste van wat winst.
Denkkaart
Zoals gezegd: dit staat allemaal op de denkkaart. Download, print hem uit. En ga dan samen het (socratisch) gesprek aan. Want samen vragen stellen is een fijne manier je eigen gedrag en dat van anderen beter te begrijpen. Zo maken we samen een nieuwe sociale norm: we hebben het er ontspannen over en accepteren kritiek zonder te schreeuwen 🙂