Gepubliceerd op

Schermen zijn armoedig

Toen de periode van thuisonderwijs begon, was ik nieuwsgierig. Ik verwachtte dat de basis onder mijn intuïtieve afkeer tegen schermonderwijs weg zou worden geslagen, mijn oude denken definitief om zeep. Ik zou zoveel goeds zien dat ik om zou zijn. Ik zou leren en mijn werken en denken veranderen.

En ik zag het volgende

Mijn eind-PO kind weigerde. ‘Ik leer daar niets, iedereen praat door elkaar.’ En dat klopt, het is lastig als klas te leren hoe je dat doet, onderwijs in Teams. Boos zat hij -onder druk- de verplichte sessies uit. En na een tijdje weigerde hij helemaal. Hij raffelde alleen nog de opdrachten af (5 minuten per dag) en zette verder alles op uit en mute. Mijn zoon leert als een spons; alles wat je hem voorzet gaat erin. School is voor hem vooral sociaal. Toen dat ontbrak werd hij somber, moe, boos en passief.

Net op tijd mocht hij weer af en toe een dag, en nu weer helemaal. Hij loopt zingend door het huis en is weer helemaal terug. Hij (en wij) had het geen minuut langer volgehouden.

Digitaal lesgeven in het PO is onmogelijk. Er gaat teveel verloren. Toch?

Beeldbellen

Mijn midden-VO kind werkt al veel zelfstandig en digitaal, voor haar was de overgang makkelijker. Haar favoriete docenten geven goed les, anderen minder, heel gewoon dus. Ze heeft de hele dag beeldbellen met vriendinnen openstaan, we horen haar veel lachen en haar resultaten zijn prima. Trots keken we af en toe over haar schouder, wat cool dat dat echt zo werkt!

En toen kwam er een nieuwe docent. Een strenge. ‘Dat leg ik niet uit, dat moeten jullie al kunnen.’ Hij geeft stampende hoorcolleges en heeft een beroerde internetverbinding en microfoon. Als hij les geeft zet dochter alles op uit en mute en gaat ze andere dingen doen. Als een slechte podcast horen we hem door het huis brullen.

Hij helpt haar niet, hij helpt alleen de mensen die terugschreeuwen. Mijn dochter vraagt niet veel. Ze valt niet op. Docenten die haar niet kennen, zien haar niet. De lessen van de bruller doen we nu zelf (onbevoegd).

Het gaat de relatie

Ik sprak erover met een vriend die docent is. Ook hij moet eraan geloven: kleine gezichten op een scherm, of -vaker- alleen iconen. En daar dan tegen praten. Hij vond het zwaar.

Hij zei: digitaal lesgeven kan alleen als je al een relatie hebt met elkaar. Je teert op die relatie en houdt het daardoor vol. Het is een schijnsucces. Zonder relatie werkt het niet.

Werkomgevingen zijn geen leeromgevingen

De meeste tools die nu worden gebruikt zijn gemaakt voor het bedrijfsleven. Je kunt overleggen, documenten delen, vragen stellen in een chat, best ok. Maar samenwerken in dat soort omgevingen vraagt om discipline in het proces. En om focus op het onderwerp.

Dat soort omgevingen zijn gemaakt voor formele, kortdurende kennisoverdracht en interactie. Snel en efficiënt. Onderwijs is dat in theorie wellicht ook. Maar in het echt niet. Want mijn stille dochter heeft vrijwel geen interactie in haar Meets. En mijn zoon zit ontzettend verdrietig en boos in Teams. Het gaat te weinig over de relatie. En dus moeten we betere dingen bedenken.

Onderwijs is een relatie

Gelukkig is het schooljaar bijna voorbij. In mijn hoofd sluiten we daarmee deze treurige onderwijsperiode af. Want ook dochter die het best hosselt is er moe van. Ze wil weer op school, in de klas, met een docent.

Maar de realiteit lijkt ons keihard in te halen. Het VO moet nog zo door. (En het MBO, HBO en WO…) Volgend jaar gaat dochter naar de laatste 2 jaar. Ze heeft een profiel gekozen en krijgt nieuwe docenten en een nieuwe klas. En zoon start in de 1e, nieuwe school, nieuwe klas, alles nieuw!

Hoe gaan al die mensen samen een relatie maken en onderhouden? Hoe gaan ze samenwerken als ontmoetingen voor een heel groot deel krampachtig digitaal verlopen? Hoe gaan ze elkaar zien en snappen?

Let’s go!

Als ontwerper heb ik de oplossing voor digitaal onderwijs nog niet gezien. En denken dat bedrijfs-oplossingen zomaar goed zijn voor het onderwijs is wat mij betreft een misverstand. Ik neem mijn hoed af voor de mensen die goed onderwijs geven met de bestaande tools, dat zegt alles over hun kwaliteiten. Maar het gaat teveel over genoegen nemen met wat er is en daarbinnen werken.

Ik ben het meest voor onderwijs in een klas. Maar stel dat kan nog niet… Dan mogen we meer vragen, ambitieuzer zijn. Niet perse van de leraren, maar wel van de ontwikkelaars. Ik ben voor als het niet anders kan, maar alleen voor iets beters.

Dus we moeten aan de slag.

En dan denk ik aan Fortnite. Samen spelen, samen op pad. Niet tegenover elkaar, maar samen, naast elkaar. En daar kunnen we van leren. Hoe cool het zou zijn in zo’n soort omgeving lessen te volgen! En aan de nieuwe borrel app van Q42, kunnen we daar geen school in bouwen? Beide op een heel andere manier sociaal dan Teams, Meet, Zoom of whatever het onderwijs nu moet gebruiken.

Dus, mijn voorstel: kunnen we daar binnenkort eens een stevige (IRL) hackaton over houden? Hoe maak je een digitale, echt sociale samenwerk- en leer omgeving? Lijkt me tof. En als je dit allemaal overdreven N=2 gezeur vindt, ben je ook erg welkom! Want dan heb ik het nog niet begrepen.

We hebben nog tot september. (En ik hoop dat wat we bedenken tegen die tijd niet meer nodig is.)

Meer: