In dit stuk vertel ik over een project dat ik deed met de 3e jaars studenten van CMD Amsterdam. We (Vasilis van Gemert en ik) onderzoeken in 2 weken of je als ontwerper geïnspireerd door je eigen woede een probleem op kunt lossen. We werken in 2 delen: de onderzoeksfase en de oplossingen-fase.
(Headerbeeld: Openingscollege in de digitale collegezaal. )
Week 1: de onderzoeksfase.
Van frustratie naar een ronkend manifest.
Victor Papanek schreef in 1971 zijn meesterwerk Design for the real world. Het gaat over hoe ontwerpen de wereld vormt en wat daarin de (morele) verantwoordelijkheid van ontwerpers is. In het boek zegt hij een veel belangrijke dingen. Bijvoorbeeld:
Design is basic to all human activities. The planning and patterning of any act toward a desired, foreseeable end constitutes the design process.
En dat maakt bijna alle menselijke activiteit tot ontwerp.
En in deze tijd van corona zie je dat hij gelijk heeft. Mensen verzinnen buurtacties, onze apotheek maakte van de stoep een beurten-ganzenbord en hele winkelinterieurs waar zich normaal allerlei experts over buigen worden in één dag verbeterd en geoptimaliseerd door het winkelpersoneel zelf. Iedereen is een ontwerper.
Deze situatie is uniek, de (ongeschreven) regels zijn veranderd:
- De situatie is ernstig
- Mensen zijn onrustig en willen iets doen
- Ineens is het belangrijk samen succes te boeken
Alle echt goede ideeën ontstaan zo: uit (persoonlijke) urgentie. Er is een probleem is dat maar niet opgelost raakt maar (jou) wel echt in de weg zit.
En wat de situatie waar we nu samen in zitten krachtig maakt zijn twee factoren:
- We hebben er allemaal last van, het is voor iedereen persoonlijk.
- Het is makkelijk is een eigen rol te nemen in het oplossen van het probleem. (En zo een heel klein beetje invloed te hebben.)
Meestal zijn problemen moeilijker te begrijpen en is het zien hoe je de situatie kunt beïnvloeden richting een oplossing vrijwel onmogelijk. Toch kan het gevoel van urgentie wel hoog zijn, en zelfs boos maken. Maar in combinatie met de onmogelijkheid van de oplossing raak je dan moedeloos of gefrustreerd.
Met de 3e jaars studenten van CMD hebben we dit verder uitgezocht. Hoe kun je vanuit dat (persoonlijke) gevoel van urgentie toch naar een oplossing komen? Hoe kun je ontwerpen vanuit (je eigen) woede en -hoe klein ook- verschil maken?
Boze mensen zijn eng
We vinden als maatschappij boosheid lelijk en boze mensen griezelig. Boosheid is ruw, ongecontroleerd, impulsief. Met een boos persoon kun je niet redelijk praten, die begint meteen te schreeuwen. Boosheid in onderlinge relaties tussen mensen is onprettig en te vermijden. We laten de boosheid die we zelf voelen dan ook niet zomaar toe, het is makkelijker ervoor al af te slaan naar cynisme ‘Ik kan het klimaat toch in mijn eentje niet redden.’ of onverschilligheid ‘Na mij de zondvloed.’ Dat is sociaal geaccepteerd en -dus- veel prettiger.
Toch pleit ik juist voor het voeden van de woede. Want boosheid is een sterke energiebron. En productief mits juist ingezet.
Frustratie > woede > richting
Er zijn twee soorten boosheid.
Frustratie
De minst aantrekkelijke vorm is frustratie. Het is beangstigend, voelt onredelijk en dat stoot af. Frustratie is woede waar geen oplossing bij is. Het is boos roepen en dingen vragen die niet kunnen.
Een voorbeeld zijn de boerendemonstraties eerder dit jaar. De urgentie was oprecht, de angst bij de boeren echt, maar de vorm slecht gekozen. Alles sprak onredelijkheid: het was grof, intimiderend, en de oplossing die de boeren bij zich hadden was ‘Doe wat we zeggen of anders!’.
Ze gingen voorbij aan de maatschappelijk impact van het stikstofprobleem en de kennis die er is in het zoeken naar oplossingen. Hun aandacht lag volledig bij hun eigen probleem.
Woede
Beter is het als de woede goed onderbouwd is met kennis. Als iemand weet waar die over praat en ook scenario’s kan schetsen om het probleem op te lossen gaat het al beter. De boosheid is dan in ieder geval niet meer onredelijk. Maar makkelijk maakt het dat niet.
Een voorbeeld hiervan is Greta Thunberg. Zij heeft een belangrijke boodschap en veel goed geïnformeerde organisaties achter zich. Haar oproep is concreet en aan ons allemaal gericht. Maar haar verwijtende toon maakt het voor veel mensen moeilijk haar te volgen. Ze maakt ons allemaal schuldig.
Het probleem staat centraal, de oplossing veel minder.
Richting
Het geheim is woede als energie te gebruiken en te vertalen naar optimistische oplossingen die iedereen snapt. Woede gecombineerd met optimisme en concrete acties die mensen zelf kunnen doen wordt toegankelijk en aanstekelijk.
Van alle aandacht naar het probleem, is de aandacht volledig verschoven naar de oplossing.
Kennis
Ik maakte voor de studenten een denkkaart machten en krachten. Daarin werken ze in een aantal stappen van woede naar richting. De denkkaart werkte goed. Downloaden hier.
Je werkt eerst van binnen naar buiten om het probleem te begrijpen (stap 1), daarna werk je van buiten naar binnen om te begrijpen hoe je het probleem kunt gaan beïnvloeden (stap 2).
Stap 1: meer weten: krachten
Om frustratie naar woede te brengen beweeg je eerst naar buiten. Je begint je met het vergroten van je kennis. Welke krachten houden het probleem in stand? En welke machten voeden die krachten?
Krachten zijn:
- Inhoud: kennis en opvattingen
- Omgeving: sociale druk, de norm, angst
- Omstandigheden: tijd, geld, ruimte
De krachten (rondom of in een persoon) beïnvloeden het probleem passief.
Studenten gebruikten de krachtencirkel om te begrijpen waarom mensen bepaald gedrag vertonen. Ze deden deskresearch en interviews. Ze ontdekten dat hamsteren met angst te maken heeft, en het gebrek aan aandacht voor psychisch welbevinden in scholen voortkomt uit vooroordelen. De krachten inventarisatie hielp hen zonder oordeel over de betrokkenen bij hun probleem na te denken.
Case – Als voorbeeld nemen we het werk van onze stichting Lekkersamenklooien en het eerste product dat ik maakte: de Klooikoffers. Ons doel: kinderen aan het maken krijgen.
Meer weten: machten
Machten zijn stakeholders, die het probleem actief beïnvloeden.
- Beïnvloeders in iemands omgeving. (Rolmodellen, opvoeders, peers)
- Organisaties die informatie delen, al dan niet gebaseerd op feiten. (Onderwijs, voorlichting)
- Organisaties die mensen actief beïnvloeden. (Lobbyisten, politici, reclamemakers, etc.)
De machten beïnvloeden de krachten actief.
In de machten-cirkel werd voor de studenten duidelijk welke invloeden er van buitenaf op mensen drukken. De angst die het hamsteren veroorzaakt wordt gevoed door het overvloedige nieuws en de vele waarschuwingen niet te hamsteren. De nieuwszenders en socials die (fake) nieuws verspreiden zijn daarin sterke machten. De focus van scholen op studievoortgang weerhoudt ze ervan studenten ook op welzijn te begeleiden, daar is dus sprake van een ontbrekende macht. De studenten ontdekten dat het nog niet zo makkelijk is krachten te veranderen, omdat er veel machten invloed hebben.
Case – Alle partijen rond het kind, die het maken beïnvloeden of kunnen beïnvloeden.
Stap 2: invloed
Dan werk je weer naar binnen: welke machten kun je toevoegen of veranderen zodat de krachten veranderen? En wat verandert er dan aan het probleem?
Case – We besloten de educatieve uitgevers te laten en het sponsorende bedrijfsleven ook. Op hen konden we geen invloed hebben. De scholen vroegen we alleen om een rol als neutrale plek (macht), waar alle kinderen komen (kracht). Via de kinderen betrekken we de ouders (machten) en stellen hen in staat hun ideeën over zelf maken te veranderen (krachten).
Case – Dat denken leidde tot ons eerste product: de Klooikoffers. Een Klooikoffer is een koffer met een stuk gereedschap erin, materiaal, een handleiding (uitleg veilig gebruik, voorbeelden, geen opdracht) en een maakboek om verslag te doen. Klooikoffers worden door het kind geleend via school en zijn net wat moeilijk voor het kind om alleen te doen. De ouder moet helpen.
- Kind beslist
- Inhoud is stoer en stout
- Ouder moet meedoen
- Ook voor ouders nieuw, samen ontdekken is verbindend
- School ziet het, maar het kost geen onderwijs-tijd (distributie)
- Doorgeef-systeem zodat kinderen en ouders elkaar beïnvloeden.
De machten en krachten maakten het helder
Wat heel goed werkte aan het in kaart brengen de machten en krachten is dat het de studenten hielp te onderzoeken en begrijpen wat de beweegredenen van mensen zijn. Zo bleek hamstergedrag te horen bij bang zijn. Als je als ontwerper met die angst bezig gaat, heb je veel meer invloed dan als je het hamsteren alleen aanpakt door het belachelijk te maken of te verbieden.
Actie!
Kennis wordt pas betekenisvol als we het delen en zo anderen te inspireren en mobiliseren. En dus werkten de studenten hun probleem, kennis en geplande beïnvloeding van machten en krachten uit in een manifest.
- Ik zie (wat je waarneemt) en en vind (diepe overtuiging).
- En dus beloof ik te zorgen dat (krachtige, optimistische visie: dat wat je wil veranderen, groot)
- Door (concrete belofte: dat wat je doet),
- zodat (dat wat er verandert: concreet).
Case – Stichting Lekkersamenklooien heeft een manifest in deze vorm. Het manifest stelt ons in staat helder en krachtig ons gedachtengoed te delen. Heel stellig en concreet en daardoor effectief en activerend.
Voor het maken van een manifest is er ook een denkkaart. Downloaden hier.
Tot zover
De eerste week was een groot succes. De studenten kozen allemaal interessante problemen en konden die met kennis goed verdiepen. En uiteraard dacht een deel van de studenten na over alle stress rondom de corona crisis. Wij werden aan het eind van week 1 overtuigd door 16 ronkende manifesten. Ik week 2 hebben de studenten hun manifest uitgewerkt tot concrete plannen in de vorm van een presentatie.
Het mooiste was dat de studenten de kracht voelden die bij hun woede hoorde. En dat ze die allemaal konden inzetten voor verandering. Als individu kun je dus altijd iets doen! Dat is een krachtig inzicht.
Meer weten? Iets te zeggen? Ook boos? Of juist niet boos genoeg? hallo@astridpoot.nl
Downloaden
- Denkkaart machten en krachten downloaden hier.
- Denkkaart manifest downloaden hier.